Wat is Athletics Champs?

Sinds enkele jaren wordt vanuit de Atletiekunie gewerkt aan een nieuwe opzet voor pupillenwedstrijden. Het doel is om de belangstelling voor de pupillenatletiek en de aantrekkelijkheid van de pupillenatletiek te vergroten. Door deze kwaliteitsimpuls streven we naar een lager verloop en daarmee naar een toename van het aantal pupillen. Dit project heeft de naam Athletics Champs meegekregen.

Meer spanning en plezier in teamverband

De nieuwe opzet van deze pupillenwedstrijden gaat uit van een hogere intensiteit in een veel korter tijdsbestek: veel meer atletiek in maximaal drie uur. Daarbij worden nieuwe en uitdagende wedstrijdvormen geïntroduceerd en nieuwe materialen gebruikt. Bovendien worden de wedstrijden in teamverband uitgevoerd, en dat verhoogt de spanning en het gezamenlijke plezier. Ouders die voorheen lange tijd langs de kant van de baan stonden te wachten, krijgen een actieve rol in de begeleiding en de jurering bij deze nieuwe wedstrijdvorm.

Athletics Champs is atletiek echt met het doel sneller, hoger en verder. Andere essentiële aspecten van Athletics Champs zijn:

  • Kindgericht: het kind staat centraal bij Athletics Champs
  • Laagdrempelig: ieder kind doet mee en blijft meedoen op de onderdelen
  • Intensief: op alle onderdelen is het kind vaak aan de beurt
  • Veelzijdig: Athletics Champs bevat veelzijdige onderdelen waarin lopen, springen en werpen aan bod komen
  • Geen spelletjes: Athletics Champs is geen spelletje maar heeft wel een speels-prestatieve insteek.

 

Onderdelen

De onderdelen die in de Athletics Champs uitgevoerd worden zijn als volgt:

De teamestafette:

Het eerste onderdeel van iedere Athletics Champs wedstrijd is de teamestafette. Bij dit onderdeel probeert een team zo snel mogelijk twaalf keer gelopen te hebben.

ac_teamestafette_1.png  

 

Sprinten:

De pupillen proberen over een afstand van 40 meter (pupillen mini, C en B) of 60 meter (pupillen A) zo snel mogelijk de finish te behalen.

ac_2b_sprinten_1.png ac_2a_sprinten_1.png

Hordelopen:

Een aantal hordes worden met gelijke tussenafstand verspreidt over 40 meter of 60 meter. De pupillen proberen zo snel mogelijk van start tot finish te rennen.

ac_3b_hordenlopen_1.png
ac_3a_hordenlopen_1.png

 Stoten

Medicinebal stoten is de voorloper van het kogelstoten en wordt door de pupillen mini, C en B beoefend. De medicinebal van 1,5 kilo moet zo ver mogelijk weg gestoten worden vanaf de borst of vanuit de nek. De medicinebal moet vastgehouden worden met beide handen tijdens de stootfase. Pupillen A doen in plaats van dit onderdeel het kogelstoten met kogels van 2 kilo.

Medicinebal stoten ac_4a_stoten_1.png

Vortexwerpen:

De vortex (een soort raketbal) moet vanuit aanloop of stand zo ver mogelijk weggeworpen worden. Dit onderdeel is de voorloper van het speerwerpen.

Vortexwerpen  

Slingeren:

De voorloper voor het discuswerpen. Voor de jongeste pupillen wordt er geslingerd met een fietsband, Voor de oudere pupillen wordt er geworpen met een rubberen discus vanuit stand. De discus mag op twee manieren vastgehouden worden. De gangbare manier, met de vingertoppen over de rand gebogen, of de pupil houdt de discus aan het handvat vast.

Slingeren Discuswerpen

Hoogspringen:

De pupillen lopen aan vanaf een door hen geprefereerde kant en proberen op de mat te springen over de lat heen. Het doel is om uiteindelijk een zo hoog mogelijke hoogte te behalen.

Hoogspringen ac_6a_hoogspringen_1.png

Verspringen:

De pupil loopt zo snel mogelijk aan en zet voor het schuimblok af. De afstand tussen het schuimblok en de achterste afdruk in de zandbak wordt opgemeten. Pupillen mini, C en B kunnen nog bonuscentimeters scoren als ze ver voor het schuimblok afgezet hebben.

 Verspringen Verspringen 

Polsstokverspringen:

De A-pupil rent eerst met een polsstok naar de verspringbak, waar hij de polsstok in een bepaald gebied neerzet. Daarna probeert de pupil zo ver mogelijk in het zand terecht te komen.

Polsstok verspringen  

Hurkhoogspringen:

Ook dit onderdeel gebeurt op de verspringaccommodie. Deze combinatie van verspringen en hoogspringen wordt door mini-, C- en B-pupillen beoefend. Na een aanloop zet de pupil met een voet af en probeert hij/zij de hoogte te overwinnen. De pupil landt hierna in de zandbak.

ac_8_hurkhoog_1.png  

Meters maken:

In een tijdsbestek van 4 minuten (pupillen mini, C en B) of 6 minuten (pupillen A) trachten de lopers op de rondbaan zo ver mogelijk te lopen. Dit onderdeel is bij elke Athletics Champs wedstrijd de afsluiter van de dag.

Meters maken  

 

Nieuws Overzicht